Probeer altijd te fotograferen bij natuurlijk daglicht. Vermijd direct zonlicht, omdat dit harde schaduwen kan veroorzaken. Indirect licht is ideaal.

Gebruik een statief of zet de camera op een stabiel oppervlak om bewegingsonscherpte te voorkomen. Als je geen statief hebt, gebruik dan je lichaam als stabilisator door je ellebogen tegen je lichaam te drukken.

Denk aan de regel van derden. Verdeel je beeld in negen gelijke segmenten en plaats belangrijke elementen op die lijnen of op hun kruispunten. Vaak kan je in de instellingen van je (smartphone) camera een grid toepassen.

 Zorg ervoor dat de achtergrond en de omgeving niet afleiden van het hoofdonderwerp. Verwijder onnodige items uit het frame. Pas hier wel mee op, te klinisch gaat ten kosten van de sfeer.

Zorg ervoor dat het belangrijkste deel van je werk scherp is. De meeste smartphones hebben een ‘tap-to-focus’-functie.

Probeer verschillende hoeken en perspectieven. Soms kan een lichte verandering in positie een groot verschil maken in hoe het eindresultaat eruitziet.

Let op de kleuren in je foto. Probeer kleuren te hebben die complementair zijn en zorgen voor een aangenaam contrast.

pas hier mee op! Of gebruik eenvoudige bewerkingstools of apps om helderheid, contrast en verzadiging aan te passen, of lever de foto’s onbewerkt in. Dan kunnen wij altijd nog indien nodig een bewerking toepassen. Onthoud: het doel is om een realistische weergave van je werk te tonen.

Een tip van jurylid Pavel Pakuza en winnaar van de fotowedstrijd in 2012. Denk aan de textuur van je stucwerk, is het ruw of glad? Zit er veel tekening in? Wat voor licht valt er op? Als je werk zou spreken wat zou het dan zeggen?

Vraag collega’s of vrienden om feedback op je foto’s voordat je ze indient. Een frisse blik kan vaak nuttige inzichten bieden.